Veelgestelde vragen over het Noorder IJplas windpark
Dit artikel beantwoord al jouw prangende vragen over de ontwikkeling van het windpark bij de Noorder IJplas!
Hoe ziet de planning eruit?
Als de plannen maatschappelijk haalbaar zijn is dit de planning:
Hoe ziet het zoekgebied Noorder IJ-plas eruit?
Heb ik daar nog iets over te zeggen?
Ja zeker, graag zelfs.
We nodigen iedereen uit om met ons mee te denken en input te leveren op diverse onderdelen. Met als doel om tot een optimaal te plan te komen, en een voor iedereen acceptabele landschappelijke inrichting. In 2020 maakten we een Participatieplan, wat we deelden en waar een aantal Amsterdammers op reageerden. Al die input verwerkten we tot een uiteindelijk Participatieplan Noorder IJ-Plas in 2021.
Het doel van het plan is dat we samen belangrijke beslissingen nemen, bijvoorbeeld over het aantal te plaatsen molens en hoe we overlast van de molens gaan beperken. We hadden het over verschillende manieren van meedoen, in de vorm van mede-eigenaarschap, of de stroom afnemen. En we gaan het bijvoorbeeld ook hebben over hoe we de winst van de molens terug laten komen in de buurt. Gaan we daarmee de natuur versterken? Of zijn er andere zaken die spelen, waar we de gelden beter aan kunnen besteden?
Hier de link naar het participatieplan.
Hoe zit het technisch? Kan het wel?
Adviesbureau Pondera deed een haalbaarheidsstudie naar windmolens in Amsterdam Noord.
Hinder en weerstand
Wij willen helemaal geen windmolens, waarom doen jullie dat?
Of er windmolens, of niet, dat is niet aan ons. Dat is aan de politiek en de samenleving. Als ze er komen werken we graag mee aan de ontwikkeling. Omdat we als energiecooperaties een bijdrage willen leveren aan de energietransitie van fossiel naar duurzaam. En omdat we het belangrijk vinden dat we er als Amsterdammers iets over te zeggen hebben. En dat de winst van de molens naar de stad terugkeert. Natuurlijk begrijpen we dat er weerstand is. Als projecten ingrijpen in het landschap, is er bijna niemand van het begin af aan vóór. Dat geldt voor snelwegen, kerncentrales en woonwijken. Ook windmolens veranderen de leefomgeving. Wat overigens niet wil zeggen dat iedereen tegen is.
Liever willen we niet verzanden in een discussie van voor en tegen. Daarvoor zijn de aanmelding en het onderliggende probleem te groot: te belanghebbend voor volgende generaties. Daarom gaan we graag en met iedereen in gesprek. Vooral met omwonenden. Iedereen die wil kan meepraten en dus ook mee beslissen. En mede-eigenaar van de molens worden. En mee profiteren van de winsten die voor een deel terugvloeien naar de directe omgeving.
Een windmolen is niet alleen een obstakel, maar kan op deze manier ook bijdragen aan de versterking of verrijking van de omgeving of het natuurlijke landschap.
Kun je ooit wennen aan een windmolen in je directe omgeving?
Niet iedereen went aan windmolens, maar verreweg de meeste mensen wel. Overleg en inspraak zijn belangrijke voorwaarden.
Een mooi voorbeeld zijn de windmolens in de Betuwe. Daar was de nodige weerstand. Mensen wilden zelfs verhuizen maar moeten nu toegeven dat ze’ zelfs een beetje van de molens zijn gaan houden’.
De Correspondent haalt in Factcheck: ‘Windmolens veroorzaken gezondheidsschade bij omwonenden diverse onderzoeken aan naar onder andere het zogenaamde nocebo-effect: als je bang bent om ziek te worden van een windmolen, of een snelweg, dan is de kans groot dat je er ook daadwerkelijk klachten ervaart. Als je negatief over de windmolens bent, en je je minder gezond voelt ben je ook eerder geneigd de oorzaak te zoeken bij de windmolens. Dat neemt niet weg dat je die klachten ook daadwerkelijk hebt. Of je daadwerkelijk stress ervaart. Dat je er écht ziek van kunt zijn.
Hoe is het om naast een windmolen te wonen?
Zeeland is gewend aan zijn kerncentrale. Leidsche Rijn is gewend aan de verdubbelde A2. Ook het wonen naast een windmolen went.
Een aantal bewoners hoeft niet te wennen, want is bij voorbaat al voorstander. Iets wat bij de aanleg van een snelweg, een nieuwe woonwijk of industrie vrijwel nooit het geval is.
Elise Olde Monnikhof onderzocht: Geluidsoverlast, een verpest landschap en slagschaduw van de wieken: het zijn veelgehoorde klachten over windturbines. Maar hebben omwonenden daar nou écht last van?
Onderzoek bij de Zuiderburen laat zien dat ondanks negatieve berichtgeving in de pers, windmolens een groot draagvlak hebben.
Het onderzoek van de Hogeschool West-Vlaanderen wijst op het verschil in houding tegenover windturbineparken voor en na de bouw ervan. Na de bouw van het windturbines zijn omwonenden een stuk positiever.
Die slagschaduw, daar word je toch knettergek van?
Zeker, dat is echt niet fijn.
En daarom plaatsen we sensoren op de windturbines. Bij laagstaande zon zetten die de turbine stil. Dat heet een stilstandregeling. Zodra de schaduw over een woning heen draait vallen de wieken stil. Het resultaat is dat er maximaal een half uur per jaar slagschaduw kan zijn. Dat dat is 0,0005% van de tijd, oftewel 0,2 seconde in een uur. Helemaal geen slagschaduw is technisch helaas niet mogelijk doordat de wieken stilgezet moeten worden, dat duurt een paar seconden per keer.
Wanneer is er slagschaduw?
De zon schijnt op een windmolen waardoor achter de molen schaduw valt. Als de wieken dan draaien, beweegt die schaduw ook. Die bewegende schaduw heet slagschaduw. Mensen kunnen daar last van hebben als die schaduw bijvoorbeeld over een raam van het huis gaat.
Slagschaduw ontstaat vooral in de lente en de herfst. De zon staat dan lager, terwijl de zon nog wel met enige regelmaat schijnt. In de winter staat de zon nog lager en is de schaduw langer, maar schijnt de zon minder vaak. In de zomer is er de meeste zon, maar de zon staat dan hoger aan de hemel waardoor de schaduw van de windmolen aanzienlijk korter is.
Hoe ben ik beschermd tegen slagschaduw?
De wettelijke norm voor slagschaduw is dat er zeventien dagen per jaar meer dan 20 minuten slagschaduw mag zijn. Alle andere dagen van het jaar moet dat minder zijn.
De initiatiefnemers van windpark De Drentse Monden en Oostermoer interpreteerden de norm zo dat er maximaal zes uur slagschaduw per jaar mag zijn. Dat is minder dan volgens de wettelijke norm zou mogen.
Die maximaal zes uur slagschaduw per jaar geldt voor woningen, scholen, verpleeg-, verzorgings- en ziekenhuizen, kinderdagverblijven en psychiatrische instellingen in de omgeving van de windmolens.
Hoeveel geluid maakt een windmolen?
Windmolens maken geluid. Wat je vooral hoort is het draaien van de wieken door de wind. Ook de ronddraaiende as, de tandwielen en de generator bovenin de windmolen produceren geluid, maar dat geluid is bij nieuwe windmolens niet meer te horen, Die zijn te goed geïsoleerd.
En dus is tegenwoordig de enige geluidsbron het draaien van de wieken. Ook dat geluid is verder, met wieken met een uilenvleugelstructuur.
Hoe ben ik beschermd tegen geluidsoverlast?
Er zijn duidelijke wettelijke grenzen waarbinnen het geluid van de windmolens moet blijven. De maximale hoeveelheid geluid die windmolens op gevels mogen produceren is (Lden = 47 db(A)). Daarnaast geldt een ten hoogst toelaatbare waarde voor het jaargemiddelde geluidniveau in de nachtperiode van 41 dB.
Wat voor soort geluid maken windturbines?
Doordat het niet altijd even hard waait, varieert het geluid van windturbines met de tijd. Ook is er een verschil tussen dag en nacht. Overdag is het geluid van windturbines in veel omgevingen vaak niet te horen, omdat er dan ook veel ander geluid is. ’s Nachts kan de windturbine beter te horen zijn.
Dicht in de buurt van een turbine is altijd een zoeven te horen, dat is het geluid van de naar beneden bewegende wiek. Ook op grotere afstand kan het geluid, voornamelijk ’s avonds en ‘s nachts, een ritmisch karakter krijgen. Dit wordt dan waargenomen als een zoevend, zwiepend of stampend geluid. Verder van de windturbine af wordt het geluid van de windturbine steeds zachter, en klinkt het wat lager of doffer.
Heb je last van het geluid?
Of je last hebt van het geluid van windturbines is in sterke mate afhankelijk van je persoonlijke situatie. Om geluidsoverlast voor omwonenden te beperken zijn er regels opgesteld: het jaargemiddelde geluidniveau als gevolg van een windmolen of windpark mag bij een woning van derden niet meer zijn dan 47 dB. Daarnaast geldt een ten hoogst toelaatbare waarde voor het jaargemiddelde geluidniveau in de nachtperiode van 41 dB.
Uit de literatuurstudie van het RIVM blijkt dat mensen hinder hebben van het geluid: hoe sterker (in dB decibel) het geluid van windturbines, hoe groter de hinder ervan.
Uit het meest recente rapport van de WHO blijkt dat er geen statistisch significante relatie is tussen windturbinegeluid en gezondheidseffecten zoals hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, cognitieve stoornissen, gehoorproblemen, ongunstige zwangerschap uitkomsten en slaapstoornissen.
Lees ook het rapport van RIVM (2020) en het door Pondera gepubliceerde artikel windturbinegeluid en gezondheid: feiten en fictie (2023).
Hoe zit het precies met laagfrequent geluid?
Laagfrequent geluid is geluid dat bestaat uit bastonen die zich onder de gehoorgrens bevinden: beneden 100/125 Hz. De gehoorgrens verschilt van persoon tot persoon. Vooral de natuur produceert veel laag frequente geluiden: denk aan golven en wind. Maar ook de mens, met industriële installaties, huishoudelijke apparaten, luchtvaart, wegverkeer, ventilatie- en koelingssystemen, warmtepompen en inderdaad. Ook windturbines genereren geluid dat gedeeltelijk laag frequent geluid: het dankzij isolatie niet of nauwelijks meer te horen mechanisch geluid in de turbine, en het stromingsgeluid van de wieken. Bij moderne turbines overheerst het geluid van de wieken.
Heeft laagfrequent geluid effect op mensen?
het RIVM schat dat 2% van de mensen ernstige hinder ervaart van laagfrequent geluid – van al die verschillende bronnen.
Uit het meest recente rapport van de WHO blijkt dat er geen statistisch significante relatie gevonden is tussen de blootstelling aan windturbinegeluid en mogelijke gezondheidseffecten zoals hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, cognitieve stoornissen, gehoorproblemen, ongunstige zwangerschap uitkomsten en slaapstoornissen.
Uit de al eerder genoemde literatuurstudie van het RIVM blijkt dat hinder optreedt als gevolg van geluid: hoe sterker (in dB decibel ) het geluid van windturbines, hoe groter de hinder ervan. Er bleek niet uit dat het zogeheten ‘laagfrequent geluid’ (lage tonen) van windturbines voor extra hinder zorgt in vergelijking met gewoon geluid. De laagfrequente (tot1Hz) draaisnelheid van de bladen van een windturbine wordt vaak ervaren als hinderlijk fluctuerend geluid en wordt soms verward met een lage geluidfrequentie”,
Beschermt de Nederlandse wetgeving tegen laagfrequent geluid?
De Nederlandse norm voor de geluidsbelasting buiten aan de gevel Lden is op 47dB gesteld. De nachtnorm is 41 dBLnight. In deze normen zijn ook laagfrequente geluiden opgenomen.
Bronnen:
https://www.nwea.nl/laagfrequent-geluid-door-windturbines/
https://www.leefmilieu.nl/sites/www.leefmilieu.nl/files/imported/pdf_s/2013-06-03_RIVM-factsheet-LFG.pdf
https://ponderaconsult.com/windturbinegeluid-en-gezondheid-feit-en-fictie/
http://www.euro.who.int/__data/assets/pdf_file/0008/383921/noise-guidelines-eng.pdf
https://www.rivm.nl/nieuws/overzicht-van-literatuur-over-gezondheidseffecten-geluid-windturbines
Kun je ziek worden van het geluid van windmolens?
Er zijn mensen die bang zijn dat hun gezondheid verslechtert als er windmolens in de buurt komen. En dus deden bijvoorbeeld de GGD en het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) al veel onderzoek. De conclusie uit al dat onderzoek is eenduidig: er is geen bewijs dat windmolens mensen ziek maken.
Ook van het laagfrequent geluid dat windmolens maken hebben wetenschappers niet aan kunnen tonen dat dat leidt tot gezondheidsschade. En zoals we al eerder zeiden, zijn er veel meer bronnen van laagfrequent geluid, zowel in de natuur als in de door de mens geschapen wereld vol verkeer en mechanische apparaten. Voor windmolens gelden geluidsnormen.
Daalt mijn woning in waarde als er windmolens komen?
Uit divers onderzoek blijkt dat woningen een paar procent minder waard kunnen worden, een effect dat in sommige gevallen slechts tijdelijk is. Na een tijdje stijgt de waarde weer.
Op de website van de Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA) staat een overzicht van de onderzoeken. In 2019 deden de UvA en de VU onderzoek in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De onderzoekers benoemen de volgende bevindingen:
- De effecten variëren rond de 2 tot 5 procent.
- De woningwaarde daalde relatief, tussen 1985 en 2019, gemiddeld zo’n 2% binnen 2km afstand van een turbine.
- Na 2011 daalde de waarde sterker: van gemiddeld 1.3% voor 2011 naar gemiddeld 3% na 2011.
- Wettelijk geldt een minimum niveau van woningwaardedaling van 2 procent. Daarvoor ontvangen bewoners geen planschade. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet (verwacht 1 januari 2022) gaat dit percentage naar 4 procent.
Er zijn gemeenten die de WOZ-waarde van huizen nabij windmolens hebben verlaagd, als indicatie dat ze minder waard zijn geworden. Soms al voordat er windmolens staan. Daar staat tegenover dat het ook is gebeurd dat een verlaagde WOZ-waarde later weer is verhoogd, want bij verkoop bleek de woning toch helemaal niets minder waard te zijn.
Windmolens draaien niet op wind maar op subsidie
Ja, windmolens krijgen subsidie. De kostprijs van windenergie op land is nog altijd hoger dan de prijs op de energiemarkt. Een subsidie op basis van de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE+) vult het verschil aan voor een maximaal aantal kWh en een periode van maximaal 15 jaar.
De prijs van stroom van windmolens daalt echter hard en dus ook de subsidie om ze rendabel te maken. Daar staat tegenover dat fossiele industrie ook en nog veel meer subsidie krijgt, met name in de vorm van belastingkortingen en belastingvrijstellingen voor grootverbruiker. De kosten van klimaatverandering bedraagt enkele miljarden.
En jullie, de coöperaties, zijn ook zakkenvullers
Ja, ook wij krijgen subsidie. Een zorgvuldig proces vergt tijd en energie. We organiseren bijeenkomsten en we maken juridische kosten, communicatiekosten en kosten voor advies bij de ontwikkeling van projecten.
Bovendien zijn er aan het begin grote risico’s. Gaat die windmolen wel gebouwd worden? Daarvoor moet je éérst heel veel gesprekken voeren en heel veel dingen uitzoeken. Commerciële ontwikkelaars hebben die subsidie niet nodig, zij kunnen kosten spreiden over een groter portfolio aan projecten. Coöperaties hebben niet zo’n portfolio. De meeste coöperaties werken lokaal. Voor de meeste locaties is het hun eerste windproject. Daarom is Amsterdam Wind blij dat de gemeente Amsterdam de coöperaties met een subsidie steunt in deze allereerste fase. Zonder subsidie zou het risico voor onze leden eenvoudigweg te hoog zijn. Dan zouden alleen commerciële partijen kunnen inschrijven.
En zijn we dan zakkenvullers? Nee. Coöperaties zijn maatschappelijke ondernemingen zonder winstoogmerk. Als we al betaald worden dan is dat voor een tarief waar de meeste mensen hun bed niet voor uit komen. Wie z’n zakken wil vullen kan beter iets anders gaan doen.
Maken coöperaties winst?
Coöperaties hebben geen winstoogmerk, maar kunnen net als elk ander bedrijf wél winst maken. Alleen besteden ze die winst niet aan zichzelf, maar aan maatschappelijke doelen en aan uitkering van rente aan de leden die mee investeren de molens.
In de statuten van elke deelnemende coöperatie vind je waaraan de coöperatie de winst besteedt. De meeste coöperaties hebben naast duurzame energieproductie ook maatschappelijke doelen zoals het bevorderen van de energietransitie, en dus kennis delen,. Of energie besparen. Of het verbeteren van de leefbaarheid van het gebied rondom het project. De leden van de verschillende coöperaties beslissen over de besteding van de winst, op hun Algemene Ledenvergadering.
Windmolens zijn toch vogelhakkers?
Er vliegt weleens een vogel tegen een windturbine aan, net zoals je misschien thuis weleens een vogel tegen je raam hebt gehad. Maar vergeleken met andere gevaren die vogels tegenkomen, komen windturbines helemaal achteraan.
Volgens schattingen sterven er door 1.800 Nederlandse windturbines zo’n 50.000 vogels per jaar. Gemiddeld zijn er 10-90 vogelslachtoffers per jaar per windmolen. In het verkeer onder er 2 miljoen vogels. De huiskat overtreft dit vele malen met 18 miljoen vogeldoden per jaar.
Zijn windmolens niet slecht voor de natuur?
Nou, ze kunnen de natuur ook een handje helpen. Namelijk door een deel van de opbrengst van de molens te investeren in die natuur. Windmolens en natuurgebieden kunnen een aantrekkelijke combinatie zijn.
De Windvogel noemt het idee Natuurwind: de coöperatie maakt afspraken met de grondeigenaar, zoals Staatsbosbeheer of een agrariër, over de investering in bossen en vogelweiden. De windmolens kunnen zo een positieve bijdrage leveren.
En dan komt er een datacenter de stroom afnemen van onze molens?
Ook daar hebben we als Amsterdammers invloed op. Er zijn namelijk nog geen afspraken over de stroomverkoop. In ieder geval wordt de stroom geleverd aan het net, via een stroomleverancier. Datacenters kunnen de stroom kopen van de stroomleveranciers. Maar wij ook. Of de direct omwonenden. Met korting. Daar gaan we het over hebben. Heb je daar ideeën over? Praat dan mee.